De grote hortensia staat bekend om zijn grote bolvormige blauwe of roze bloemen. De oorspronkelijke kleur is roze, maar in een zuurdere bodem krijgen de bloemen een blauwe kleur. De struik kan veel water opnemen en werd om die reden vroeger vaak langs de muren van boerderijen geplant.

Geluksklaver ( Oxalis triangularis ) steelt overal de show als kamerplant. Het groen-paarse blad is absoluut een uniek gezicht. Ierse Amerikanen geven deze plant vaak cadeau aan vrienden en familie de dag vóór St. Patrick's Day. De geluksklaver staat in Ierland als brenger van geluk bekend.

Venkel (Foeniculum vulgare) is een plant met een anijsachtige smaak en geur. De cultivar Knolvenkel wordt gegeten als groente. Ook de zaden zijn eetbaar en worden gebruikt als specerij en om thee van te zetten.

De Dracaena wordt in het Nederlands drakenbloedboom of drakenplant genoemd. Net als andere Dracaena-soorten is de drakenbloedboom een sterke, makkelijk te verzorgen kamerplant die van warmte houdt. Kenmerkend voor de dit type drakenplant is de vertakte stam.

De nestvaren (Asplenium nidus) is een groenblijvende varen met opvallende bladeren, die schuin omhoog groeien in de vorm van een vaas. Het centrum wordt als 'nest' aangeduid, omdat hieruit steeds weer nieuwe bladeren opkomen. De nestvaren is een epifytische soort die zichzelf in zijn natuurlijke habitat en andere, warmere klimaten in bomen wortelt.

In tegenstelling tot andere verwante soorten heeft de roodbloeiende Framboos geen doorns, waardoor hij voornamelijk als sierplant wordt gebruikt. Hier dankt hij zijn andere benaming 'Sierbraam' aan. In Nederland is de plant zeldzaam in het wild, in de afgelopen 30 jaar is de plant op slechts 72 plekken gevonden.

De wilde bertram is een vaste plant die erg veel lijkt op duizendblad, en vaak ook in de buurt van dit familielid groeit. Pas op want voor de meeste dieren is deze plant giftig.

De ijzerhard is een exoot die in Nederland als tuinplant verkocht wordt en die zich hier thuis lijkt te voelen. De betekenis van de Latijnse naam is 'Heilige tak uit Buenos Aires'. De bloemen zijn zeer populair bij insecten vanwege de nectar.

De eutrochium Fistulosum is inheems in de vochtige bossen van Noord-Amerika. De plant is zeer aantrekkelijk voor vlinders, bijen en andere insecten vanwegde de nectar. Meestal wordt de plant als niet meer dan een onkruid beschouwd, maar in grotere groepen leveren deze planten toch een mooi decoratief beeld op.

Chinese vernisboom is een bijzondere boom, die meestal langs straten en in parken aangeplant wordt en die het ook goed doet in de tuin. Hij krijgt in de zomer pluimen met kleine, gele bloemen, maar wat de boom echt uniek maakt zijn de spectaculaire blaasvruchten, die lijken op met lucht gevulde bladeren.

De Euphorbia milii staat bekend als de christusdoorn, omdat men gelooft dat deze plant verbonden is met de doornenkroon die door Christus werd gedragen. Ze moet in een omgeving groeien waar het niet kouder dan 10 ℃ is en waar ze volop zon krijgt.

Hij reikt tot 3 m hoog, met bladeren van 10 tot 20 cm bij 9 tot 14 cm. De bloemen worden geproduceerd in trossen van 10 tot 15 cm lang, elke bloem heeft een diameter van 5 tot 10 mm, met 8-20 meeldraden (icosandra betekent "twintig meeldraden"). De vrucht is een zwarte bes met een diameter van 5 tot 8 mm.

Youngia japonica (Youngia japonica) is een plantensoort die inheems is in Oost-Azië. Youngia japonica groeit overal ter wereld en wordt beschouwd als een invasief onkruid. Deze soort groeit vooral goed in verstoorde gebieden, gazons en bermen.

De amerikaanse amberboom wordt al meer dan 3 eeuwen als sierboom in Europa gebruikt. De bladeren lijken op die van de esdoorn, maar hebben een gespreide stand. De boom is in de herfst zeer kleurrijk, met dieprood, geel en oranje blad. Zowel de hars als het hout worden in de VS commercieel gebruikt.

Hoewel de meeste asters herfstbloeiers zijn, bloeit de chinese aster al vanaf vroeg in de zomer en wordt daarom ook wel zomeraster genoemd. Een ander verschil is dat de chinese aster eenjarig is, terwijl andere asters vaste planten zijn. Maar omdat vlinders en bijen dol zijn op deze plant, verspreidt hij zich snel.

Onvertakte stengels, 20 tot 30 cm lang, verschijnen in een tros uit een ondergrondse wortelstok. Smalle, overlappende bladeren worden langs de stengels gedragen. Individuele bladeren zijn smal en puntig, tot 2 cm lang. De bloemen zijn gegroepeerd in afgeronde, strak verpakte aansluitkoppen. Bloemen hebben geen bloemblaadjes, in plaats daarvan hebben ze bloembladen die een buis vormen tot 1,5 cm lang met meestal vijf (maar mogelijk vier of zes) korte lobben aan het einde. De bloemkleur varieert van roze en witte tinten tot geel. Het fruit is een droge steenvrucht, ingesloten door de resten van de kelk.

De naam basilicum komt van het woord basileus, wat koninklijk betekent. Basilicum wordt daarom ook wel koningskruid genoemd. Het wordt veel gebruikt in de Italiaanse keuken, waar de frisse smaak vooral in koude gerechten goed tot zijn recht komt. In de Oudheid kauwden Grieken en Romeinen al op basilicumblaadjes vanwege de opwekkende eigenschappen van het kruid.

De zonnehoed (Rudbeckia hirta) is met de Slipbladige rudbeckia de enige rudbeckia die in Nederland voorkomt. Het is een populaire snijbloem en sierplant die veel vlinders aantrekt, maar giftig is voor verschillende dieren.

Plagiomnium cuspidatum, zelden spuug-kruipend mos of stekelig starmos, is een bladverliezende mossoort van de familie Mniaceae. Een synoniem van deze soort is Mnium cuspidatum Hedw.