Het is een jaarlijkse groei van 4 tot 12 in lang. Bladeren zijn eenvoudig, leerachtig en ovaal tot rond, met getande marges soms getint met roze tot rood. Bloemen hebben vijf kelkblaadjes, vijf bloemblaadjes versmolten tot een smalle, trechtervormige, corolla buis. De vijf meeldraden worden afgewisseld met de lobben van de bloemkroon. Bloemen komen voor in een tros aan het einde van de stelen. De buitenkant van de bloemkroon is lichtroze tot bruin, en de binnenkant is roze tot helderrood, met meeldraden van ongelijke lengte die nauwelijks voorbij de bloemkroon uitsteken. Fruit zijn capsules met 3 compartimenten, elk met veel roodbruine zaden.