De soort in de genus spiesganzenvoet is niet-aromatische eenjarige of meerjarige kruiden. Uit de basis komen verschillende rechtopstaande, stijgende of uitgestrekte stengels voort, die onvertakt of dun vertakt zijn. Het blad is dun of ietwat vlezig en kan driehoekig, driehoekig-hastaat, driehoekig-lancetvormig of spathulair zijn, met gehele tot dentale marges. De bloeiwijzen bestaan uit kruidig geordende compacte glomerules van bloemen, ebracteate of in de oksels van kleine bladachtige schutbladen. De pericarp is vliezig en hecht meestal aan het verticaal georiënteerde, breed eivormige tot bolvormige zaad. De zaadlaag is donkerbruin tot zwart, het oppervlak kan saai, bijna glad, licht gestreept, rugulose of netvormig zijn. Dit geslacht omvat 12 soorten. De soort geslachts spiesganzenvoet komt voor in Azië, Europa, Noord-Afrika, Amerika en Australië.