Campylium gedijt in vochtige, schaduwrijke habitats, vaak nabij stroompjes of in vochtige bossen. Deze mos vormt doorgaans dichte, groene tapijten met slanke, langgerekte stammen, die helpen de bodem te stabiliseren en vocht vast te houden. De bladeren zijn licht gebogen, wat campylium een zachte, veerachtige uitstraling geeft die goed aanpaste aan schommelende waterniveaus, wat vochtretentie en veerkracht in zijn ecosysteem bevordert.