Water:
Carlowrightia past zich aan aan droge gebieden met uitzonderlijke droogtetolerantie, waarbij het water opslaat tijdens zeldzame regenval. Het vereist om de 2-3 weken water geven om zijn natuurlijke habitat na te bootsen. Met een goed ontwikkeld wortelsysteem absorbeert en slaat carlowrightia efficiënt water op, waardoor het lange droge periodes kan overleven.
Vermeerderen:
De verplanting van carlowrightia gebeurt door zaad te zaaien of door stekken, waarbij helder, indirect licht, warme temperaturen en goed doorlatende grond vereist zijn. Uitdagingen zijn lage germinatietarieven. De stappen omvatten het verzamelen van zaden of stekken, het zaaien of inbrengen in een medium, het behouden van vocht, het bieden van warmte en het verplanting zodra ze zijn gevestigd.