Chrysophyllum leden zijn meestal tropische bomen, vaak snel groeiend tot 10 tot 20 m of meer in hoogte. De bladeren zijn ovaal, groen hierboven, dicht gouden behaard onderaan, waaruit het geslacht is vernoemd. De bloemen zijn klein, paarsachtig wit en hebben een zoete geurige geur; ze zijn verschillende gegroepeerd en zijn hermafrodiet (zelf vruchtbaar). De vrucht is eetbaar; rond, meestal paars gevild (soms groenachtig wit), vaak groen rond de kelk, met een sterpatroon in de pulp; de afgeplatte zaden zijn lichtbruin en hard. Het geslacht is inheems in tropische gebieden over de hele wereld, met het grootste aantal soorten in Noord-Zuid-Amerika.