Water:
Comarum gedijt in moerassige habitats met constante vochtigheid en tolereert drassige omstandigheden en korte droge periodes. Geef water om de 1-2 weken, waarbij de grond vochtig maar niet doorweekt blijft. Als een kruidachtige vaste plant is de groei ervan gekoppeld aan de beschikbaarheid van water en seizoensgebonden neerslagpatronen.
Vermeerderen:
Comarum kan worden vermeerderd door zaad te zaaien, door te delen of door wortelstekken, waarbij hoge luchtvochtigheid, vochtige goed doorlatende grond en temperaturen van 15–20°C vereist zijn. Om te delen, doe dit dan in het vroege voorjaar of het najaar, scheid de secties voorzichtig, plant onmiddellijk weer in en houd de grond consequent vochtig.