Corybas oblongus zijn kleine, overblijvende, bladverliezende kruiden en zijn bijna altijd aards. Ze hebben een ondergrondse knol die min of meer bolvormig en vlezig is. Nieuwe knollen vormen zich aan het einde van wortelachtige stolonen. Er is een enkel, hartvormig, niervormig of bijna rond blad, meestal op grondniveau en een korte rechtopstaande stengel met een enkele bloem bovenaan. De bloem heeft een korte steel met een klein, bladachtig schutblad aan de basis. De bloem is resupinaat, dof gekleurd en lijkt op het vruchtlichaam van een schimmel. De vrucht die volgt op de bloei is een niet-vlezige, dehiscent capsule met maximaal 500 zaden. Corybas oblongus is een geslacht van ongeveer 120 soorten. Soorten corybas oblongus zijn te vinden in Azië, Oceanië, veel eilanden in de Stille Oceaan en een paar sub-Antarctische eilanden.