Water:
Echeveria 'Ramillete', inheems in droge gebieden, gedijt met minimale vochtigheid en heeft een sterke droogtebestendigheid. Zijn succulente bladeren slaan water op en hebben water geven om de drie weken nodig. Als een altijdgroene plant die vaak binnenshuis wordt gekweekt, gedijt het in goed doorlatende grond die zijn droge habitat nabootst.
Voeding geven:
De meeste vetplanten, zoals echeveria 'Ramillete', gedijen in arme omstandigheden en hebben doorgaans geen bemesting nodig. Een langzaam vrijkomende meststof kan in het vroege zomer worden toegepast, maar vermijd bemesting tijdens de rustperiode, omdat te veel voedingsstoffen hun groei kunnen schaden.
Snoeien:
Om een aantrekkelijke vorm te behouden, vereisen grote succulente planten, zoals echeveria 'Ramillete', het snoeien van overtollige of dichte takken in de lente en de herfst. Voor vermeerderen, snijd je een stevige stam met 5-6 bladeren, behandel de wond met zwavelpoeder en plant zodra deze genezen is, zorg ervoor dat de grond iets vochtig is.
Vermeerderen:
Vetplanten kunnen worden vermeerderd met bladeren, vooral in de lente en de herfst. Snijd een gezond blad af, plaats het op licht vochtige grond en zorg voor een temperatuur van 25℃ (77℉) met helder, verspreid licht. Een knop zal meestal binnen een tot twee weken aan de basis van het blad verschijnen.