Ficinia spiralis is een stevige, grasachtige plant, 30 tot 90 cm lang, uit de zeggefamilie, gevonden op actieve zandduinen. De smalle bladeren zijn 2 tot 5 mm breed, met een kleur variërend van heldergroen als ze jong zijn tot goudgeel tot een diep oranje op volwassen planten. Kleine, donkerbruine bloemen verschijnen in de lente en zijn spiraalvormig gerangschikt in strakke trossen rond de bovenste 10 tot 30 cm van de rechtopstaande stengel (halm), afgewisseld met bladachtige schutbladen. De zaden zijn glanzend, donkerbruin, eivormig, 3 tot 5 mm lang en rijpen en vallen in de vroege zomer.