Water:
Geef fraxinus dipetala dagelijks water na het planten om de wortelgroei te bevorderen, en vervolgens wekelijks zodra de plant gevestigd is. Verhoog de watergift in droge, krachtige zomerse omstandigheden. Geef eenmaal water voordat de wintervorst begint en stop daarna. Vermijd overbewatering om verzadiging van de bodem en wortelrot te voorkomen.
Voeding geven:
Fraxinus dipetala gedijt in onvruchtbare grond, maar heeft voedingsstoffen nodig voor optimale groei en weerstand tegen plagen. Gebruik een 10:10:10 langzaam vrijkomend kunstmest eenmaal per herfst, en zorg voor voldoende water. Bemest nieuwe aanplanten in de lente in de late zomer, en herfstaanplanten in de volgende lente om wortelverbranding te voorkomen.
Snoeien:
Fraxinus dipetala gedijt goed met snoeien in het vroege voorjaar, waarbij dode of kruisende takken worden verwijderd om de gezondheid en vorm te verbeteren. Prioriteer dunne stelen voor een betere luchtcirculatie. Deze praktijk bevordert een krachtige groei, bloei en weerstand tegen plagen. Gebruik schone, scherpe gereedschappen en vraag om lokaal advies voor optimale resultaten.
Vermeerderen:
Fraxinus dipetala bomen kunnen worden vermeerderd door middel van zaad of stekken. Voor stekken, neem takken van 15 cm met 3-4 knoppen in de lente/zomer en wortel deze in vochtige, zandige grond. Zaaien is complex; als het wordt geprobeerd, plant dan de zaden 1,3 cm diep in het voorjaar, koeler deze drie maanden, en laat ze vervolgens ontkiemen bij 21-24°C, waarbij de grond vochtig blijft.