Robertskruid komt oorspronkelijk uit Europa, Noord-Afrika en Azië. Het wordt als een invasief onkruid beschouwd vanwege zijn agressieve groei, vooral in tuinen, waardoor gewenste planten worden verdrongen. Robertskruid kan zich snel voortplanten en verspreiden, waarbij een enkele plant duizenden zaden meerdere keren per jaar kan produceren. Deze door de wind verspreide zaden ontkiemen gemakkelijk, waardoor de plant snel nieuwe gebieden kan koloniseren en inheemse soorten kan overtroeven. Bovendien bevatten de bladeren van de plant een chemische stof, geraniïne, die de groei van omliggende planten kan remmen, wat bijdraagt aan zijn dominantie. Robertskruid vertoont ook een hoog aanpassingsvermogen, waardoor het verschillende licht-, vocht- en bodemomstandigheden tolereert, wat bijdraagt aan het succes als een hardnekkig onkruid. Het is belangrijk op te merken dat de zaden van robertskruid de belangrijkste verspreidingsmethode zijn. De zaden worden in de lucht gekatapulteerd wanneer de vrucht wordt aangeraakt of door de wind wordt geschud. Deze methode van explosieve zaadverstrooiing stelt de plant in staat zich snel te verspreiden, vooral in verstoorde bodems en tuinen.