Gifsla komt oorspronkelijk uit Centraal- en Zuid-Europa, maar is genaturaliseerd over een groot deel van de wereld. Gifsla wordt meestal geclassificeerd als onkruid om verschillende redenen. Ten eerste heeft het een hoge capaciteit om zich voort te planten en snel te verspreiden, voornamelijk vanwege de zeer productieve zaadproductie. Ten tweede is het een sterke en robuuste plant die in verschillende omgevingen kan gedijen en een aanzienlijke tolerantie vertoont voor weersfluctuaties. Deze robuustheid stelt het vaak in staat om andere, meer wenselijke planten in een tuinomgeving te overvleugelen. De agressieve aard van de plant kan een bedreiging vormen voor de biodiversiteit, omdat het andere soorten kan verdringen, habitats kan veranderen en het ecologisch evenwicht kan verminderen. Gifsla verspreidt zich voornamelijk door zaden, die in grote aantallen vrijkomen en door de wind of andere middelen kunnen worden meegenomen, waardoor het nieuwe gebieden kan binnendringen. De zaden kunnen ook worden vervoerd op kleding of uitrusting, of in grond of compost, waardoor de plant snel van een klein ongemak in een grote indringer kan veranderen.