Water:
Afkomstig uit gematigde gebieden, geeft malus ioensis de voorkeur aan constante bodemvochtigheid, maar geen doorweekte omstandigheden. Geef malus ioensis elke 1-2 weken water. Als buitenplant gedijt het goed bij neerslag die aansluit bij zijn behoeften gedurende het actieve groeiseizoen voor optimale hydratatie.
Voeding geven:
Voor optimale groei heeft malus ioensis een gebalanceerde meststof nodig met gelijke hoeveelheden stikstof, fosfor en kalium. Bemest jaarlijks in het vroege voorjaar, toepassen van 1 lb (0,45 kg) voor jonge bomen en verhogen naarmate de boom groter wordt. Breng de meststof aan op de druppelzone, vermijd overbemesting en pas zo nodig aan tijdens de rustperiode.
Snoeien:
Snoei malus ioensis in het vroege voorjaar, voordat de nieuwe groei begint, voor een optimale gezondheid. Richt je op het verwijderen van dood hout, het dunnen van takken en het vormgeven van de plant. Deze timing valt samen met de rustperiode, waardoor stress wordt geminimaliseerd, de luchtcirculatie wordt verbeterd en gezondere bloei wordt bevorderd, wat resulteert in robuustere bloemen en ziektepreventie.
Vermeerderen:
Malus ioensis kan zich voortplanten via semi-houtachtige stekken die in de late zomer worden genomen. Gebruik wortelstimulator en plant in goed doorlatende, vochtige grond. Bied een kas of beschutte locatie tot de wortels zijn gevestigd, en verplant daarna naar een zonnige plek met voldoende ruimte om te groeien.
Verpotten:
Verpot malus ioensis elke 2-3 jaar, bij voorkeur in het vroege voorjaar, in een grote, stevige container om de wortelgroei te ondersteunen. Na het verpotten, behoud een consistente vochtigheid en vermijd bemesting gedurende minstens een maand om stress te verminderen.