De stengel is rechtopstaand, de hoogte is 15 tot 30 cm, lange haren zijn dun en het hele gras is geurig. Na de bloem wordt een langlopende tak die op de grond kruipt onder de stengel vandaan gehaald. Bladeren liggen tegenover en hebben een bladsteel van 2 tot 3 cm lang, een driehoekige hartvorm, een lengte van 2 tot 5 cm, een breedte van 2-3,5 cm, een bladrand is een stompe zaagtand en de basis is een hart Word een vorm. De vleugels zijn ongeveer 1.3 cm lang, met 15 aderen, de punt is ondiep en verdeeld in vijf en dun open haren. De bloemen zijn helderpaars in de vorm van lippen. De bloemkroon is 4 tot 5 cm lang, de bovenlip is in tweeën gesplitst, de onderlip is in drieën gesplitst, de centrale kloof is groot, het krult naar beneden en is ondiep in tweeën gesplitst en er is een donkerpaars patroon op de witte achtergrond, de keel Er zijn lange haren die openen aan het uiteinde van. Het gebladerte aan de basis van de bloem is bijna hetzelfde als het blad aan de onderkant en wordt kleiner naar boven. De kelkblaadjes zijn diep roodachtig paars dan de bloemen en vallen op na de bloemen.