De wortelstokken in de grond zijn dik en ze bewortelen de wortelbladeren. De wortelbladeren hebben een bladsteel met een lengte van 2 tot 15 cm, de bladbladen hebben een cirkelvormige niervorm met een diameter van 2 tot 8 cm, de basis heeft een hartvorm en de randen hebben een ruwe ovale vorm met een licht puntig zaagblad. Kort krullend haar groeit dun op het oppervlak van de bladeren en geen haar op de rug. De bloemsteel is 10 tot 30 cm hoog, heeft geen gebladerte, heeft groen en fijn haar en heeft een grote, dunne conische bloeiwijze aan de bovenkant. De bloem is paarsbruin, zelden bleekgroen, met een diameter van 5 tot 8 mm. Het bloemenpatroon is 2 tot 5 mm lang en heeft fijn haar. Er zijn 5 gespleten stukken, een ovale driehoek met een lengte van 1-1,5 mm, en het vervormt grotendeels tijdens de bloei. Er zijn vijf bloemblaadjes, een lange eivorm met een lengte van ongeveer 3 mm, en afgeplat in bloei. De vrucht is een vrucht met twee bovenste delen. Na de bloem groeit het bovenste deel van de eierstok snel en wordt 4 tot 6 mm lang. De zaden zijn spoelvormig ovaal en zijn ongeveer 0,8 mm lang.