Monochaetum omvat kleine tot middelgrote vaste struiken, gekenmerkt door dichte, harige bladeren en levendige roze tot paarse bloemen. Oorspronkend uit de bergachtige gebieden van Midden- en Zuid-Amerika, gedijen deze planten in koele, vochtige habitats. Hun unieke, donzige bladeren helpen mogelijk bij waterretentie en bescherming tegen de kou, waardoor ze goed aangepast zijn aan hun mistige, nevelwoudomgevingen.