De stengel bereikt een hoogte van 1 meter en de stengels en takken zijn kaal, maar er zijn overal dunne beten. De bladeren worden afgewisseld met een bladsteel van 3 tot 8 cm lang. Het blad is een enkel blad dat in drieën splitst, maar dat mag niet. De bladbladen zijn ovaal en 4 tot 10 cm lang, het middelste stuk is groot en lang, de punt is scherp, de basis is gesneden of hartvormig en de randen zijn dubbele zaagtand. De achterkant van het blad is poederachtig wit en heeft steken op de aderen en bladstelen. Neem een bloemtak met een lengte van 7 tot 10 cm uit de ader van de tak van het voorgaande jaar, bevestig 3-4 kleine blaadjes en bevestig 1-4 bloemen. De bloem is een witte bloem met 5 kleppen met een diameter van 2-2,5 cm en een klein bloemmotief met een lengte van 1 tot 4 cm. Van september tot september na de bloem worden de vruchten bolvormig met een diameter van 1-1,5 cm en rijpen ze rood.