De gewone vlier is een inheemse Noord-Europese boom, eigenlijk een grote struik, met in het voorjaar witte, sprookjesachtige bloemen. Aan de vlier zitten ook vaak oude, dode takken waarin de Germanen het natuurlijke proces van transformatie herkenden. Ze beschouwden de gewone vlier als een symbool daarvan. Niet verwonderlijk dat de Germaanse godin Hel, heerseres van de onderwereld, in sprookjes vrouw Holle genoemd, onder een magische gewone vlier woonde.