Het is inheems in Afrika, Australië en Eurazië met verschillende soorten op eilanden in de Atlantische, Indische en Stille Oceaan plus één soort in Argentinië. Planten zijn eenhuizig, stoloniferous en eenjarig of meerjarig, afhankelijk van de soort. De halmen (stengels) zijn oplopend of laag en matvormend, kaal en cirkelvormig in dwarsdoorsnede. Bladen zijn plat of gevouwen en lineair, ligules membraanachtig en trichomatisch. Bloemen worden geboren in smalle pluimen; de primaire takken zijn spiraalvormig gerangschikt, elk met 2-5 aartjes. De caryopses (korrels) zijn elliptisch en goudbruin.