De zijdeplant (Asclepias syriaca) is een hele handige plant. Deze werd vroeger gebruikt om touwen en papier van te maken. In de 20e eeuw werden er ook reddingsvesten van gemaakt. Tegenwoordig wordt de plant nog altijd gebruikt in de productie van kussens en dekens. Zoals vrijwel alle planten in de Apocynaceae familie is deze plant giftig.

Het papyrusriet (Cyperus papyrus) is vooral beroemd omdat het in het Oude Egypte de grondstof was van papyrus, een voorloper van papier. De Egyptenaren gebruikten deze rietsoort daarnaast ook als voedingsmiddel en voor de constructie van daken, boten, touw en serviesgoed. Tegenwoordig groeit het papyrusriet door vervuiling echter nauwelijks nog langs de Nijl.

Kleinbladige klimop is niet alleen een groene versiering van middeleeuwse kastelen en ruïnes, de plant is ook zeer geschikt als heg- en bodembedekker. Klimopbladeren bevatten saponinen, dat zijn stoffen die vetten kunnen oplossen, en kunnen daarom zelfs gebruikt worden als natuurlijk wasmiddel.

Kittelbloem is een kruidachtige klimplant die bekend staat om zijn fraaie blauwe bloemen met een gele of witte kern. De groenblijvende plant komt van nature voor in de tropische gebieden van Azië. De bloemen worden gebruikt als kleurstof om gerechten of dranken blauw te kleuren. Als er een zure vloeistof zoals citroensap aan wordt toegevoegd, wordt de kleurstof roze.

De glandularia hybrida is een bloeiende plant die vaak als sierplant wordt gebruikt in tuinen. Er zijn diverse cultivars verkrijgbaar met verschillende kleuren bloemen. De plant is vooral geschikt voor bloempotten en hangende plantenbakken, maar is niet winterhard.

Smalle weegbree komt in West-Europa veel voor in graslanden, maar ook in voegen van bestrating. Het is een waardplant voor diverse vlinders, en zangvogels eten de zaden. De bladeren kunnen als voedsel voor knaagdieren en konijnen worden gebruikt.

De braziliaanse Jasmijn is een mooie en snelgroeiende, klimmende sierplant die van een hoge luchtvochtigheid houdt, maar niet tegen vorst kan. Op een zonnige plek is het ook een mooie kamerplant. Cultivars met verschillende kleuren bloemen zijn verkrijgbaar. De plant bevat giftige latex wat bovendien de huid kan irriteren.

Philodendron bipinnatifidum wordt in Nederland regelmatig gehouden als kamerplant. De plant is populair vanwege zijn prachtige, glimmende groene bladeren die meteen een tropische sfeer geven aan iedere woonkamer. Delen van de plant zijn echter zeer giftig, dus de plant dient hij buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren gehouden te worden.

Deze plant schiet zijn stuifmeel over grote afstanden, en wordt daarom ook wel de Kanonneerplant genoemd. Door deze eigenschap kan de kanonneerplant zich makkelijk verspreid. Vooral in Azië en Oceanië wordt de plant als een invasieve soort beschouwd.

De naam basilicum komt van het woord basileus, wat koninklijk betekent. Basilicum wordt daarom ook wel koningskruid genoemd. Het wordt veel gebruikt in de Italiaanse keuken, waar de frisse smaak vooral in koude gerechten goed tot zijn recht komt. In de Oudheid kauwden Grieken en Romeinen al op basilicumblaadjes vanwege de opwekkende eigenschappen van het kruid.

De kardinaalsmuts komt oorspronkelijk uit Japan en is, in tegenstelling tot de inheemse variant, wintergroen. Hij is daardoor zeer geschikt om aan te planten als muur- of schuttingbedekking. De vruchten van de plant doen denken aan de mutsen van kardinalen uit de Katholieke kerk, vandaar zijn Nederlandse naam. Van het sterke kardinaalsmutshout werden vroeger spoelen voor spinnenwielen gemaakt.

Het kalanchoë pinnata heeft zijn naam te danken aan de vele kleine plantjes die zich aan de randen van de scheuten groeien. De plant wordt vaak als sierplant binnenshuis gekweekt en over de hele wereld onder tal van verschillende namen bekend geworden.

Kleinbloemig kaasjeskruid (Malva parviflora) dankt zijn Nederlands naam aan zijn kleine bloemen en zijn vruchten, die op kaasjes lijken. Kleinbloemig kaasjeskruid kan worden onderscheiden van andere Malva-soorten doordat de kroon (alle bloembladen van de bloem samen) bij deze plant twee keer zo lang is als de kelk.

Okra (Abelmoschus esculentus) is een eetbare, voedzame groente die foliumzuur, vitamines en antioxidanten bevat. Okra is inheems in Ethiopië, maar groeit nu over de hele wereld. Okra wordt in het algemeen bereid door te frituren, stoven, braden of grillen.

De gele dovenetel is een uitstekende bodemdekker omdat hij zich snel verspreidt en de meeste groeiomstandigheden en bodems tolereert. De plant is daarom een populaire keuze voor privétuinen. Het is een populair gebruik om de nectar uit de plant te zuigen, echter is het onduidelijk of dit veilig is.

De hemelboom (Ailanthus altissima) heeft pluimen met groenachtige bloemen en gevleugelde oranje vruchten. Ondanks zijn prachtige naam, heeft de Hemelboom een slechte reputatie in Europa en Noord-Amerika. De boom wordt hier gezien als een invasieve soort, die inheemse bomen verdringt en onder meer straatverharding beschadigt.

Quercus stellata is een traaggroeiende eik die kan overleven in arme grond en droge omstandigheden. Hij dankt zijn Engelse naam 'Post oak' aan het feit dat het hout van de quercus stellata vooral wordt gebruikt voor afrasteringspalen. Het hout is bestand tegen rot, bederf en brand. Het wordt niet gewaardeerd voor kasten of timmerhout vanwege de slechte kwaliteit.

De dahlia was al geliefd bij de Azteken in Midden-Amerika en is de nationale bloem van Mexico. In Nederland kwam de bloem vroeger veel voor in moestuinen bij boerderijen. Het bijzondere van deze bloem is dat hij geen geur afgeeft. Dat hij toch bijen en insecten aantrekt komt enkel en alleen door zijn uitbundige kleurenpracht.