Kraakbeen fijne wortels groeien in de kelder. De stengel is dun en dun, de hoogte is 10 tot 30 cm en de stengel heeft geen haar. 3-6 bladeren wisselen elkaar af, de bladbladen zijn smal en ovaal, 3 tot 8 cm lang, 1 tot 3 cm breed, de punt van de bladeren scherp puntig en de basis heeft een stengel. Er zijn geen haren op de bladeren. Zet verschillende witte bloemen op de punt van de stengel. Over het algemeen kleiner dan de orchidee. De nok is een smalle driehoek met een lengte van 1 tot 3 mm, maar de onderste 1-2 stukken zijn langer. Het kelkblad heeft de vorm van een naald, de punt is enigszins geslepen en de lengte is 7 tot 9 mm. De zijbloemblaadjes hebben een brede naaldvorm, een stompe punt, een lengte die iets korter is dan een kelkstuk en niet veel opent. De basis van de lip is cilindrisch en heeft een korte afstand, de punt is in drieën gesplitst, de twee zijscheuren zijn driehoekig, de middelste kloof is een tong en er zijn vijf lichtbruine ribbels.