Gewoon varkensgras ontwikkelt een diepe tikwortel (deze kan tot 46 cm diep zijn). De stengels zijn erg lang en vertakken en groeien in een zigzagvorm. De bladeren zijn afwisselend, langwerpig, haarloos, kunnen 0,5 tot 2,5 inch lang zijn en zijn blauwachtig groen van kleur. De bladsteel is kort en nauw omgeven door papierachtige stipules op elke knoop. Bloemen, met kleuren variërend van wit tot groen, zijn onopvallend, hebben geen bloemblaadjes en groeien langs de stengels. De kelkblaadjes zijn echter roze met witte randen. Zaden zijn eivormig, donker roodbruin van kleur en hebben een glad glanzend oppervlak.